Centrale voorzieningen: de uniforme ‘stekkers’ die de verschillende zorgverleners gaan verbinden waarvoor het idee is ontstaan bij Promedico. Eerder schreven we al uitgebreid over hoe (de ontwikkeling van) deze organische ICT-omgeving, waarmee alle partijen in de zorg eenvoudig met elkaar kunnen communiceren, eruit ziet en welke partijen hier nog meer bij betrokken zijn (lees hier het eerder verschenen artikel). Inmiddels is het zorgadresboek als eerste voorziening in gebruik genomen en geven we graag een update over de centrale voorzieningen.
Momenteel richt Koppeltaal Centrale Voorzieningen, waarbij het initiatief is ondergebracht, zich op de centrale voorzieningen die als het ware de fundering gaan vormen voor de rest van de voorzieningen. Deze voorzieningen, die Egbert van Gelder, Manager Informatie en Product van Promedico een ‘soort basis onderdelen’ noemt zijn namelijk nodig om andere voorzieningen te kunnen realiseren. Van Gelder: “Een goed voorbeeld hiervan is het zorgadresboek dat al beschikbaar is. Je moet allereerst weten wie er zijn en hoe je ze kunt bereiken.”
vZVZ
Naast Koppeltaal Centrale Voorzieningen heeft ook vZVZ een belangrijke rol voor het zorgadresboek (ZAB) vervuld: vZVZ is aangehaakt bij het initiatief van de centrale voorzieningen en heeft het ZAB gefaciliteerd en ontwikkeld. Daarnaast zijn Promedico en Care2U twee van de partijen die de afgelopen tijd hard hebben meegewerkt aan de ontwikkeling van het ZAB. Beide behoren tot de ‘coalition of the willing’ van Koppeltaal Centrale Voorzieningen. Deze ‘coalition’ bestaat uit een aantal partijen die een actieve rol vervullen in het meedenken over en bouwen aan de centrale voorzieningen (lees hier meer over Koppeltaal en de Coalition). Dankzij de gezamelijke inzet van de verschillende partijen voor het initiatief is het ZAB inmiddels dus gerealiseerd. Na de deelname aan de proof of concept en het succesvol doorlopen van de pilotfase is het ZAB door Promedico en Care2U inmiddels in de eigen systemen gebouwd. Daarnaast is het ZAB door vZVZ in het landelijk dossier geplaatst waardoor deze ook voor andere leveranciers beschikbaar is. Het zal volgens Van Gelder dan ook niet lang meer duren voordat de eerste zorgverleners er voordeel van hebben: “Nu de eerste voorziening langzaamaan in gebruik wordt genomen heeft de zorgverlener er al meteen voordeel van.”

Egbert van Gelder is Manager Informatie en Product van Promedico
Handmatig invoeren adreswijzigingen ten einde
Nu het ZAB door de eerste zorgverleners in gebruik is genomen komt definitief een einde aan het handmatig en per systeem invoeren van adreswijzigingen van zorgverleners. Door een verbinding met het centrale zorgadresboek te implementeren in de verschillende ICT-systemen hoeft iedere adreswijziging slechts een keer te worden ingevoerd. Zorgverleners hoeven dus niet langer handmatig iedere adreswijziging in het eigen systeem in te voeren. Degene wiens adres wijzigt voert dit zelf in het ZAB in. Wanneer bijvoorbeeld het adres van dokter De Hoog verandert, wijzigt hij zijn adres zelf in het ZAB. Vervolgens wordt automatisch het meest actuele adres opgehaald op het moment dat een andere zorgverlener het adres van De Hoog opzoekt in diens eigen systeem. Op deze manier wordt de hoeveelheid werk die wordt gestoken in het actueel houden van alle adresgegevens en het herstellen van communicatiefouten direct minder. De kwaliteit van de communicatielijn, en dus de zorgverlening, wordt beter; er wordt voorkomen dat berichten verkeerd worden geadresseerd en er dubbelop moet worden gecommuniceerd. Een patiënt zal dat dan ook direct merken; dat er minder vaak storing is doordat zijn recepten bijvoorbeeld niet goed aankomen en dat communicatie adequaat en snel verloopt.
Volgende voorzieningen
Naast het ZAB lopen er momenteel nog een aantal andere initiatieven, onder andere met betrekking tot het e-consult. E-consults zijn natuurlijk al langer mogelijk binnen de verschillende disciplines, maar een volgende ‘centrale’ stap is om tot een overkoepelende standaard te komen voor de manier waarop een e-consult gedaan kan worden. Het vormen van een standaard hiervoor biedt ook mogelijkheden voor de Persoonlijke GezondheidsOmgeving (PGO). Met de voorziening kan binnen de PGO alles omtrent de e-consults met de verschillende zorgverleners bij elkaar worden gezet voor de patiënt. Vanuit de PGO heeft de patiënt overzicht, doordat vanuit één centraal punt informatie en toegang wordt geboden tot alle mogelijke e-consults mét de verschillende zorgverleners. De patiënt hoeft hierdoor niet langer te switchen tussen de verschillende applicaties: de centrale voorziening zorgt voor één standaard en de PGO vormt de omgeving van waaruit de patiënt toegang heeft tot de verschillende systemen.

Iedere centrale voorziening zorgt op een specifiek gebied voor meer verbinding en vormt een component voor het grotere geheel.
Ook declaratievoorzieningen zijn een onderwerp waarnaar momenteel wordt gekeken voor de centrale voorzieningen. In de situatie zoals deze nu is maken de verschillende systemen hun eigen declaratiebestanden aan. Declaraties worden hierdoor op verschillende manieren ingediend bij de zorgverzekeraars. Iedere leverancier ontwikkelt op dit moment eigenlijk ‘hetzelfde’ maar dan net anders. Dat wil zeggen; iedere leverancier ontwikkelt eigen programmatuur om een transactie die in zo’n systeem plaatsvindt te vertalen naar het format dat naar de zorgverzekeraar moet. Voor de centrale declaratievoorzieningen wordt zodoende gekeken naar de mogelijkheid om alle transacties naar één centraal ‘midden’, naar één voorziening te sturen. Vanuit dit gemeenschappelijke midden worden de transacties vervolgens automatisch ‘vertaald’ naar de vaste formats van de declaratiebestanden die naar de zorgverzekeraar gaan.
Maar, dat zijn uiteraard niet de enige ideeën. Doordat de voorzieningen worden gekenmerkt door kleine, losse componenten die zowel individueel als tezamen zorgen voor verbinding en samenwerking tussen de verschillende zorgverleners en hun systemen en de patiënt en diens PGO kunnen de centrale voorzieningen altijd organisch blijven doorgroeien. Van Gelder: “Iedere centrale voorziening zorgt op een specifiek gebied voor meer verbinding. Het biedt ‘eigen’ functionaliteiten, zoals het zorgadresboek de mogelijkheid om adressen op te halen of centraal te wijzigen biedt. Daarnaast vormt iedere nieuwe voorziening een component voor het grotere geheel. Doordat het systeem organisch is kan het zorgadresboek vervolgens namelijk ook worden gebruikt als bouwsteen voor andere voorzieningen. Bijvoorbeeld voor de centrale declaratievoorzieningen, doordat hiervoor de adressen kunnen worden opgehaald. Op deze manier kunnen er dus steeds meer nieuwe functionaliteiten bijkomen, want iedere voorziening maakt weer meer mogelijk. Organisch zullen er dus steeds weer nieuwe dingen ontstaan. Er zijn verschillende lagen in; van de basisvoorzieningen, waar we nu mee bezig zijn, tot het ontwikkelen van voorzieningen voor bedrijfsprocessen. Denk bijvoorbeeld aan de mogelijkheid om als huisarts alle informatie over een patiënt op te kunnen halen. Relevante overzichten van een patiënt worden systematisch weergegeven wanneer je simpelweg op een knopje drukt. Dan zit je op een niveau met echt veel meer kennis en knoop je systemen slim aan elkaar.”
Vanuit Koppeltaal Centrale Voorzieningen werkt ‘the coalition of the willing’ voorlopig hard verder aan de centrale voorzieningen. Wanneer er nieuwe ontwikkelingen zijn laten we dit uiteraard weten.
Tot ‘the coalition of the willing’ behoren naast Promedico ook Care2U, Omnihis, Pharmeon, Portavita en VitalHealth Software.
Tot de Community of Interest Koppeltaal Centrale Voorzieningen eerste lijn behoren daarnaast ook Caresharing, CGM Nederland, Ezorg, Healthcode, KPN, Ksyos, Medquest, Minddistrict, Mitchandmates, Ncontrol, Nictiz, Pharmapartners, Tetra, Vanadgroup, vZVZ en Zorgdomein.